Essay

Armada

De vele stemmen van de Caraïben

Voor dit themanummer van Armada reflecteren de auteurs op het heden en verleden van de Surinaamse en Caraïbische literatuur. Samen vormen zij een diverse groep schrijvers, kunstenaars, en essayisten die origineel werk hebben bijgedragen of reflecteren op Nederlandstalige Caraïbische literatuur en het (werk)veld waarbinnen dat bestaat.

Armada wilde de auteurs vooral een podium bieden om te spreken waar ze over willen spreken, op de manier waarop ze dat willen. Het kader dat Armada stelt – wereldliteratuur – hoopt bevrijdend te werken: hier is een nationale traditie slechts een vertrekpunt, niet de sleutel waardoor literatuur begrepen dient te worden. Wat dan ook naar voren komt in deze bijdragen is de veelstemmigheid van Nederlandstalige Caraïbische literatuur, en de verschillende (niet hoofdzakelijk Nederlandse) manieren waarop deze bekeken, gelezen en geschreven wordt. Zo openen de auteurs werelden en wegen naar werken binnen de Nederlandstalige literatuur die Nederland (of zelfs de Nederlandse taal) niet als centrum hebben en laten zien hoe kosmopolitisch de moderne Surinaamse en Caraïbische literatuur is. We staan op de schouders van reuzen, en erkenning van die helden – literair of andersoortig – is een belangrijk element van het Caraïbisch literaire landschap.

In 'Tussen hemel en hel' bezoekt Tessa Leuwsha het voormalige slavenfort in Elmina, Ghana: Ik ben diep geraakt door de tegenstellingen die ik hier aantref.